Waterlopen, moerassen, drijftillen, pioniershuisjes en bruggetjes, ontstaan door het afgraven van veen voor turfwinning. De ‘nieuwe’ natuur in de Kop van Overijssel vormt een fijne bestemming voor een paar zomerse dagen wandelen, fietsen of kanoën. Alleen al de lokale horeca is de moeite waard.
’t Lokaal, vertrekpunt van onze tocht door de Weerribben is een plaatje. De oude Nederlands-Hervormde kerk van Kalenberg werd omgetoverd tot horeca en expositieruimte. Met gevoel voor historie, want aan de kerkbanken, kansel en glas-in-loodramen kun je de vroegere functie duidelijk aflezen. Het is zonnig, dus vandaag zitten we op het terras aan het water. En wel op de eerste rang voor het altijd boeiende brugverkeer en het kijken naar opvarenden die het bruggeld in een klompje aan de hengel van de brugwachter stoppen. We bestellen koffie met Blokzijler Brok, de smeuïge speculaaskoek uit het nabijgelegen vestingstadje.
We gaan over de brug en wandelen tussen het water en mooie oude huizen met rieten daken richting het dorp Nederland. De omgeving oogt weids en ongerept, maar is gevormd door mensenhanden. Die haalden veen omhoog en staken er turf van. Hierdoor veranderde het land in open water, moeras en alle fasen daartussen (dichtgroeiend water, drijftillen en oeverbegroeiing). Waar teveel turf werd gestoken, ontstonden door wind en golven zelfs grote meren. Per kano kun je er dieper in doordringen, te voet houden wij het overzicht.
Kooien en scheren
Toen het werk in de turfwinning opraakte, zochten veel bewoners van de Weerribben een nieuwe broodwinning in riet snijden en eendenjacht. De rietteelt is hier nog altijd belangrijk. Het Overijssels riet wordt vooral gebruikt als dakbedekking en wordt zelfs geëxporteerd. Langs het Kooibomenpad pauzeren we in de vogelhut en kijken verwachtingsvol door de luikjes. Kooikers plantten in de 19de eeuw bomen rond hun eendenkooien, die een beschutte plek vormden in het open landschap. Deze combinatie van beschutting en weids watergebied trekt niet alleen vogels aan als roerdomp en karekiet, maar zelfs otters en boommarters. Wij zien vandaag nijlganzen en wilde eenden, maar geen zeldzame watervogels. Even verderop passeren we een scherende schapenboer.