Roeien op een schilderachtige rivier, kanoën in een stoer veengebied en dwalen door een moeras met Hollandse windmolens. De Engelse graafschappen Norfolk en Suffolk lijken aardig op Nederland. Waarom dan toch de moeite nemen? Om die eeuwenoude pubs en knusse tearooms bijvoorbeeld. “Here’s your tea and scones, darling.”
De roeiriemen plassen door het water en een paar eenden vliegen snaterend op. Verder is het stil op de smalle rivier de Stour, waar de ochtendzon door de bomen piept. Vanochtend vroeg arriveerden we per veerboot in de riviermonding bij Harwich, nu wanen we ons 25 kilometer stroomopwaarts twee eeuwen terug in de tijd. We zijn in ‘Constable Country’. De naam verwijst naar landschapsschilder John Constable (1776-1837), wiens geboortestreek je twee eeuwen later nog moeiteloos herkent van zijn schilderijen. Zoals het dorp Dedham met zijn vierkante kerktoren, waar we de roeiboot huurden. Maar vooral de huisjes en de watermolen van Flatford, het gehucht waarheen wij nu onderweg zijn. Hier vereeuwigde Constable het witte huisje met rode daken van zijn vaders pachter Willy Lott. Het water, de bomen en de fraaie wolkenlucht erachter, zo zag de schilder ze ook. In de tearoom naast de brug genieten we van thee met scones en clotted cream, ons met een hartelijk ‘There you are, darlings’ geserveerd.
Koninklijk goedgekeurd
Langs de kust van Suffolk rijden we noordwaarts naar de meren, riviertjes en kanalen van the Broads in Norfolk. Deze in de 13de eeuw ondergelopen veenafgravingen vormen een populair watersportgebied waar het fijn kanoën en zeilen is. We leggen er rond het middaguur aan in het haventje van Upton Green en gaan lunchen op het terras van de White Horse. In 2012 namen de dorpsbewoners deze wegkwijnende pub over en openden er een dorpswinkel naast. Zo bleef het dorp een levendige plek en konden met name de oudere inwoners hun dagelijkse boodschappen te voet doen. De pub en de winkel worden uitgebaat door omwonenden en de sfeer is bijzonder vriendelijk. “Ik doe twee diensten per week”, vertelt de bejaarde winkeldame, als wij na de lunch wat inkopen doen. “Het geeft me een reden om de deur uit te gaan.” Onlangs ontvingen de vrijwilligers ‘The Queen’s Award for Voluntary Service’. Een leuke plek met een mooi verhaal.
Hollands drooggelegd
Onze laatste stop dit weekend is langs de noordkust van Norfolk. Hoewel, noordkust? Door aanslibbing liggen de oude havens tegenwoordig diep landinwaarts en bevindt zich tussen de zee en de bewoonde wereld een breed moeras. Het gebied is evengoed, net als onze Biesbosch, onderhevig aan eb en vloed en dat zien we direct als we in het dorpje Blakeney arriveren. De hoofdstraat en de parkeerplaats staan onder water en we moeten de auto een stuk verder landinwaarts achterlaten. Door de Blakeney Marshes wandelen we naar het voormalige haventje Cley-next-the-Sea, dat we al van verre zien liggen met zijn Hollandse windmolen. Grote delen van deze regio zijn in de 17de eeuw drooggelegd door Nederlandse waterbouwkundigen en daarom zie je hier geregeld vertrouwd ogende molens. In Cley zelf worden de dichtgeslibde waterlopen inmiddels weer uitgegraven, zodat bezoekers er boottochtjes kunnen maken.