Nog nooit gehoord van inundatie, ‘verboden kringen’ en accessen? Maak dan snel kennis met de Hollandse Waterlinie. Dit snoer van forten en vestingen hield ooit de Spanjaarden, Fransen en Duitsers tegen. Nu nodigt de linie vooral uit tot varen, wandelen, fietsen, forten bezoeken en zelfs er slapen.
Eerst een beetje historie. In een vrij rechte lijn tussen het IJsselmeer en de Biesbosch vind je zo’n zestig forten, kastelen en vestingen. Bekend zijn het Muiderslot, Loevestein en Naarden-vesting, daterend van de 16e eeuw. Typische forten van de in de 19e eeuw aangelegde Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn Fort bij Rhijnauwen en Fort bij Vechten. Een waterlinie kon vijandelijke legers tegenhouden door het land onder water te zetten. Vanuit dit principe: steek dammen en dijken door en zet het omliggend terrein onder water (inundatie), ontruim de directe omgeving (in de ‘verboden kringen’ rondom’ forten mocht niet of alleen met hout gebouwd worden) en breng militair materieel in stelling op de forten en andere hoger gelegen gebieden (accessen). Een halve meter water was ideaal: teveel om er doorheen te waden, te weinig om te varen. Naar de meeste forten moet je trouwens wel even zoeken, zo’n verdedigingswerk mocht immers niet opvallen. Ze zijn vaak bedekt met gras en omgeven door een flinke ring van water en groen.
Houten theehuis
Vooral rond Utrecht is de fortendichtheid groot. Vanuit de stad peddelen we op een mooie lentedag over de Kromme Rijn naar landgoed Rhijnauwen en leggen aan bij het gelijknamig theehuis. Dit theehuis viel destijds onder de kringenwet: het staat in een van de verboden kringen van het naastgelegen Fort bij Rhijnauwen en is daarom uit hout opgetrokken. Dan kon het zo nodig snel worden afgebroken. Na een pannenkoek op het terras aan het water gaan we het landgoed op voor de Waterliniewandeling. We passeren bunkers, kazematten en grenspalen uit de Eerste Wereldoorlog, toen Nederland neutraal bleef, maar wel paraat was. De bunkers vormen nu een kunstobject. De natuur, zo dicht bij de stad, is weids en idyllisch en dat danken we mede aan die kringenwet. Ten slotte steken we de buitengracht van het Fort over om de loopgraven van dichtbij te bekijken. De gracht is met de hand uitgegraven en de grond gebruikt voor de beschermende aarden laag over het fort heen.
Parachutesprong
Meer over het verschijnsel waterlinie komen we te weten in het Waterliniemuseum. Dat bevindt zich in het Fort bij Vechten, op een kwartiertje lopen van Theehuis Rhijnauwen. Ook dit is weer zo’n enorm met gras bedekt bunkerachtig fort met kleine ramen en lage, smalle gangen. De expositie is aangenaam interactief. We krijgen een polsbandje om waarmee we een praatje kunnen aanknopen met historische figuren. Onder hen stadhouder prins Maurits, die in 1589 de Hollandse Waterlinie bedacht. Een soldaat toont ons de zwakke plekken van zo’n linie en een boerin klaagt dat zij huis en haard (verboden kringen!) moet verlaten als de vijand oprukt. Ten slotte maken we zelf een parachutesprong boven de Hollandse Waterlinie. Met virtual reality bril, dat wel, maar je voelt de wind evengoed aan je stoeltje rukken!