Het lijkt een sprookje uit Duizend-en-een-nacht: op de rug van een kameel de woestijn in trekken, terwijl achter jou een middeleeuws fort vervaagt in het gouden middaglicht. In de noord-Indiase grensplaats Jaisalmer wordt zo’n sprookje zomaar werkelijkheid. Inclusief de vrieskou onder de sterrenhemel.
Vanaf het dakterras van het hotel kijken we uit over de benedenstad van Jaisalmer en het eindeloze zand van de Thar-woestijn. Een paar uur terug tuimelden we uit de nachttrein. Tijdens de achttien uur durende reis vanuit Delhi hadden we weliswaar een brits om op te slapen, maar vanaf het treinstation ijlden we zo snel mogelijk naar een hotelkamer om te douchen en op een zachte matras verder te slapen. Want voor rust en hygiëne ga je beter niet per trein door India reizen. Een belevenis was het wel. We vingen een glimp op van kleurige steden als het roze Jaipur en het blauwe Jodhpur, dronken thee met Indiase coupégenoten. En we aten voor minder dan een euro het smakelijkste streetfood dat je maar kunt bedenken.
We rusten een dagje uit in het fort van de goudgele woestijnstad Jaisalmer. Het bouwwerk op de hoge heuvel dateert uit 1156 en binnen de muren wonen zo’n 3000 mensen. Ooit was Jaisalmer een strategische pleisterplaats op de handelsroutes tussen India en Centraal-Azië, nu is het een populaire, maar zeker niet overlopen toeristische trekpleister. We dwalen er door nauwe steegjes, nemen een kijkje in een van de vele zandstenen havelis, rijk versierde koopmanshuizen, en kopen wat energierepen op het centrale plein. Morgen gaan we op kameelsafari door de woestijn. Met volpension, maar toch.
Woeste baarden en tulbanden
De volgende ochtend wachten we op een binnenplaats aan de rand van de stad op het sein tot vertrek. De drie kameeldrijvers staan nog even te roken voordat ze hun gasten gaan begeleiden op een paar dagen woestijn. Volgens de reisgidsen zal dit het beleven van een sprookje uit Duizend-en-een-nacht benaderen. Met hun woeste baarden en tulbanden werken zij alvast overtuigend aan de sprookjessfeer mee. De kamelen zijn zwaar beladen met dekens, brandhout, water en voedsel. Opperdrijver Jabr, “call me Joey”,