Hoe mooi kan ontwaken zijn? Met uitzicht op de Portugese Douro-vallei is wakker worden in elk geval moeilijk te overtreffen. Daarna: de berg op om het werelderfgoed te inspecteren, varen, zwemmen en, natuurlijk, aan de Portugese wijn.
Hoe ruig de bergen ook zijn en hoe heftig de rivier Douro zich door de uitgesleten kloven richting Spanje perst, de vallei van de ‘gouden rivier’ is vooral een vriendelijk gebied. Dat dankt het aan de wijngaarden op de zonnige hellingen en de witte quintas (landhuizen) waar bezoekers altijd welkom zijn. En de gezellige wijndorpjes aan de rivier, met hun bars, restaurants en barcos rabelos, de houten schepen waarmee de portwijn traditiegetrouw naar Porto werd verscheept. Tegenwoordig kun je er zelf mee varen.
Mountain with a view
Onder het motto: ‘hoe hoger je komt, hoe weidser je kijkt’ wandelen wij na het ontbijt het pad op achter Quinta de Santo Antonio. we gaan richting de bovenste richel. De terrassen langs de steile rivieroever zijn smal, soms niet breder dan een uitgestrekte arm. Daardoor vindt de druivenpluk er met de hand plaats. Zo gaat het hier al eeuwenlang en een deel van het gebied is daarom uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed. De klim vordert traag, we staan steeds stil om achterom te kijken. De laag boven de rivier hangende bewolking lost langzaam op en boven ons piepen de eerste zonnestralen boven de berg uit. We lopen door tot we voor enkele ruwe stenen schuren en een eenvoudige schrijn staan, een wit dorpje op de achtergrond, en keren terug naar de quinta. Het is tijd om verder te gaan, maar niet voor we een kijkje hebben genomen in de aan de heilige Antonius gewijde huiskapel.
Zwemmen, drinken en laten varen
Langs de Douro rijden we oostwaarts. Hoe dichter je bij Spanje komt, hoe smaller de kloof wordt en hoe woester het water zich er doorheen perst.
Lees dit artikel in VLOT Magazine >>