Edelhert, ree en wild zwijn. Van de Nederlandse ‘big five’ kun je alleen de bever en de zeehond niet spotten op de Veluwe.
Een safari met de boswachter of op eigen houtje is een indrukwekkende natuurervaring. En ’s avonds schuif je in een knusse herberg aan voor een wilddiner.
“De wolf verwacht ik hier binnen tien jaar.” Boswachter Henk Ruseler krijgt de vraag wel vaker. Nu er in Nederland met enige regelmaat een wolf opduikt, is de verwachting dat het niet lang meer duurt voor zich ook op de Veluwe, het grootste aaneengesloten natuurgebied van het land, wolven vestigen. Vandaag concentreren we ons op het wild dat Nationaal Park De Hoge Veluwe nu bevolkt. Gespannen observeren we een kudde moeflons, waarvan de mannetjes met hun ronde hoorns een schijngevecht houden en de dames even later in elegante galop het decor uitrennen. De boswachter wijst bezoekers op de beste plekken om edelhert, ree, vos en wild zwijn te spotten, maar ook als je zelf op pad gaat in de regio stuit je geregeld op wilde dieren.
Op de plattegrond van het park staan de beste locaties aangegeven en aan het eind van de middag staat dan ook een rij liefhebbers klaar met telelenzen. De bronsttijd waarin de edelherten hinden imponeren door te burlen, is weliswaar voorbij, maar tijdens het ‘gouden uurtje’ kort voor zonsondergang komen reeën en herten hier dagelijks grazen aan de rand van bos en veld.
Kunst en jagen
Nationaal Park De Hoge Veluwe neemt een aparte plek in op de Veluwe, een natuurgebied van in totaal duizend vierkante kilometer. De Hoge Veluwe is privé terrein en met rasters omheind. De circa 350 edelherten en reeën, 50 wilde zwijnen en 200 moeflons zwerven alleen hier rond en zijn daarom relatief makkelijk te spotten. Over het ontstaan van het park komen we meer te weten in Jachthuis Sint Hubertus, het vroegere woonhuis van het puissant rijke echtpaar Helene en Anton Kröller-Müller.